De thuiszorgmevrouw is er vandaag voor het laatst. Ze begint het nieuwe jaar met een nieuwe baan en heeft daar veel zin in. We hebben er een leuk, giechelend gesprek over. Over hoe blij dat ze volgens mij kan zijn met de huidige Coronamaatregelen, want kennismaken op de nieuwe plek kan dus zonder de drie (kleffe) nieuwjaarszoenen. Ik vertel over mijn start bij Rijkswaterstaat op 2 januari, ‘s morgens kennismaken bij het districtkantoor St. Joost, ‘s middags de nieuwjaarsviering op het hoofdkantoor in Maastricht, waar de HID (soort regiodirecteur) me uitnodigde voor een dag later met hem (met auto met chauffeur) naar de landelijke nieuwjaarsreceptie in Den Haag te gaan. In twee dagen een boel indrukken, duizenden nieuwe gezichten, veel handjesgeven en af en toe ook die 3 kleffe zoenen. Mon zegt al die tijd niets, luistert naar ons gegiechel en dan klinkt het opeens plagend: ‘Ben maar blij, je hebt nu een betere baas…!’ Ik weet dat hij zichzelf bedoelt, maar lachend zeg ik: ‘Ja, ik ben erg blij met me-eige-baas-zijn’. Lachend vertrek ik voor mijn tour van vandaag. Na het modderballet van eergisteren doe ik het vandaag wat rustiger aan en start mijn wandeling bij Abshoven. Prachtig hoe Abshoven van een voormalig en lange tijd vervallen klooster verbouwd is tot een sfeervol gebouw nu. Ik loop verder door de velden langs de voormalige steenfabriek St. Jozef, waar van 1920 tot 1956 handmatig stenen gebakken werden. Het is nu mooi gerestaureerd tot Educatief centrum voor Natuur en Zorg. Langs de rand van Schweikhuizen klim ik via smalle paadjes omhoog. Verder langs de uitgestrekte akkers van het plateau van Doenrade. Onderweg warm ik mijn handen aan de coffee-to-go. Via mooie bospaden, de kerktoren van Puth op de achtergrond, daal ik af door het Stammenderbos naar de kasteelhoeve Terborg, die deels nog uit de 17e eeuw stamt. Ik lees op een info-bord dat een replica van de hoeve in Madorudam staat. Vanaf hier volg ik stroomafwaarts de Geleenbeek, soms vlak langs de beek, later weer omhoog over het plateau. Komoot vertelt me hoe elk paadje heet, Het Duuster Paedje, Het Bruukske, ook hier mooie Limburgse namen of verwijzingen. Ik loop verder langs de Geleenbeek, de pratschj is hier beduidend minder dan eergister in Epen. Via het buurtschap Daniken, vlak langs de spoorlijn en het kleine treinstation in Oud-Gelean loop ik het laatste stukje door het kloosterbos van Abshoven. Daar gaan de modderschoenen gaan weer in de achterbak. Ik rij heerlijk uitgewaaid en vol energie terug naar de ‘betere baas’.