‘Kan hij dan helemaal niet alleen zijn?’ Ik ontmoet bij het boodschappen-doen een geïnteresseerde kennis en vertel haar waarom ik niet al te veel tijd heb om te kletsen: Mon is alleen thuis nu, maar dat lukt voor hem hooguit voor 1 à 2 uurtjes. Wanneer ik langer van huis ga, dat is er iemand bij hem. Iemand die hem dan kan helpen bij dagelijkse dingen zoals lopen, zitten, opstaan, eten of de toiletgang. Op goede dagen schenkt hij zelf zijn koffie, maar zijn de dagen minder goed, bijvoorbeeld door meer pijn of grotere vermoeidheid, lukt dat niet en wil hij meer hulp. In de loop der tijd heeft hij geleerd om hulp te vragen en ik heb geleerd om niet alvast in te vullen of voor hem te bedenken wat hij nodig kan hebben. Ik wacht als het ware op zijn vraag. Laatst hielp ik hem bij het lopen en wilde een deur voor hem openhouden, terwijl hij toen juist wilde proberen om dat zelf te doen. Sindsdien wacht ik op zijn vraag voor hulp, zo ontneem ik hem ook die kans op zelf-willen-doen niet.
‘Huur je dan iemand in of hoe doe je dat?’ is de volgende vraag en ik vertel: Meestal is onze buurvrouw bij ons in huis dan. Dat is ook heel vertrouwd. Ze kent de weg in ons huis, ze kent Mon en weet welke hulp hij nodig heeft. Ik ben daar heel blij mee, ik heb een superbuurvrouw!
Ik ben regelmatig te gast bij bijeenkomsten van mantelzorgers. Mensen luisteren dan naar mijn verhaal en stellen allerlei vragen. Ze zijn vaak nieuwsgierig naar die geweldige burenhulp: Hoe ik dat zo goed geregeld kreeg. Hoe ik dat heb durven vragen. Of ik me niet schuldig voel. Of ik ook iets terug doe voor de buren. U kunt dat vast niet allemaal terug doen. Of ik mijn buurvrouw betaal voor al die hulp. Wat ze allemaal doet, doet ze ook boodschappen enz. De gemeente wil dat we allemaal onze buren vragen voor hulp, maar ik heb niet zulke fijne buren, verzuchtte laats een mevrouw. Inderdaad, ik prijs me gelukkig met zulke fijne mensen naast ons. Tegelijkertijd realiseer ik me als dat niet zo was, dan hadden we vast andere oplossingen gezocht. Tot haar overlijden deelde ik de zorg voor Mon met mijn schoonmoeder en als we kinderen hadden gehad had ik het waarschijnlijk ook anders geregeld, maar dat weet ik niet. Iedere situatie is steeds uniek en in elke situatie kies je dat wat het beste past.
Mijn buurvrouw zegt steeds: ‘Ik help je graag, ik doe het voor Mon maar zeker ook voor jou. Jij hebt ook je ontspanning nodig. Ik wil graag iets voor jullie betekenen, dat geeft mijzelf ook een goed gevoel.’
Ik deel regelmatig met mijn buurvrouw onze inzichten rondom de zorg voor Mon en we leren ook van elkaar. Ik leer van de fysiotherapeut hoe ik Mon het beste kan tillen en die kennis deel ik dan weer met mijn buurvrouw. Ze vertelt over hoe de zorg voor Mon verandert, hoe zij daarin veranderde: ‘In het begin bleef ik hem omringen met zorg en stelde hem veel en vaak vragen zoals: wil je dit of moet je dat. Ik merk dat ik dat niet moet doen, dat hoeft ook niet. Hij kan het me gewoon vragen. Haha, ik wacht ook gewoon op zijn vraag.’
Iedere zondagmorgen wandelen mijn buurvrouw en ik samen met de hondjes, we hebben dan de mooiste gesprekken, over Mon, over haar, over mij, over de liefde, over van alles en nog wat. Dan is het heel helder voor me: het is eigenlijk niet de buurvrouw die ons helpt, het is een heel goede vriendin die er voor ons is. Een goede vriendin die toevallig naast ons woont.
Wanneer ik op twitter meld dat mijn buurvrouw de zorg overneemt als ik van huis ga, dan zijn het vooral gemeente-mensen, beleidsmakers, politici en bestuurders die daarop positief reageren en mijn tweet verder verspreiden. Alsof ze willen zeggen: Kijk, het kan wel: je buren vragen voor hulp bij de mantelzorg. Je kunt best goed terugvallen op je sociale netwerk en dus ook je buren vragen voor hulp. Een tijdje geleden kwam uit de zaal de vraag of de burenhulp – zoals gemeenten deze bij alle veranderingen in de zorg beoogt – überhaupt overal gaat werken. Ik kan geen goed antwoord geven. Als ik het Mon later vraag, zegt hij: “Met iemand een goede ‘klik’ hebben, dat is het belangrijkste, dan maakt het niet uit waar die persoon woont.”
28 november 2014
Reacties 9
Weer een schitterend blog Marjo! Hier word ik dus even stil van…
Mooi blog! Helemaal eens met Mon; de klik is het voornaamste!
Weer heel herkenbaar! In mijn gesprekken met raadsleden en beleidsmedewerkers merk ik ook dat ze liever horen als iets goed loopt. Ze hebben meer moeite met begrijpen dat iemand vaak niet lang alleen kan zijn en wat dat betekent voor diens sociale netwerk, maar ook voor de zorgvrager zelf en diens zelfvertrouwen.
In ons huis zijn we ook nog eens beperkt in de mogelijkheden. Op vakantie kan ik er dan van genieten wat mijn man probeert zelf te doen. Thuis wacht ik net zo goed tot hij ergens om vraagt, al houd ik wel in de gaten of er geen gevaar ontstaat als hij iets zelf probeert.
En zo is het !!!
Mooi geschreven,
Groetjes,
San
Mooie blog Marjo. Heel herkenbaar in mijn contacten (als mantelzorger) van mijn moeder van 96 jaar. Leren te wachten tot de vraag komt. Leren niet in te vullen voor de ander. De ander te kans te geven om het zelf te doen.
Ook hier heel veel herkenning bij het lezen van je blog, J kan ook maar een beperkt aantal uren alleen zijn. Hij heeft buiten mij 4 dagen per week 3 uur nog 3 dames in dienst via PGB (net zoals ik 1 van zijn PGB-sters ben, buiten de mantelzorg uren) Helaas vindt J dat hij niet gehandicapt is en dus buiten zijn pgb-sters is er niemand op wie wij een beroep doen gewoon omdat hij zich daar niet happy bij voelt. Betuttelen heeft hij een hekel aan en hij is bang dat mensen die hem niet goed kennen dit al snel gaan doen vandaar dat hij liever vertrouwd op zijn eigen (weliswaar kleine) netwerk die hem vertrouwd is.
Hallo Ina,
Leuk dat je me ook mijn blog volgt.
Dat betuttelen snap ik helemaal, volgens mij houdt niemand van betuttelen 😉 Ik denk dat hij een goede basis kiest door hulp te accepteren van mensen die hij vertrouwt. Volgens mij werkt dat ook zo: eerst voor vertrouwen zorgen, dan kun je ook pas een ander helpen. Voor mijn man is dat ook zo: er moet een ‘klik’ zijn. Het zijn hier ook een beperkt aantal mensen, dat gaat goed en het is fijn zo.
Zorg goed voor jezelf!
Groet,
Marjo
Pingback: Vraagverlegenheid? – In de zorg voor de ander jezelf blijven zien
Pingback: Vraagverlegenheid? - Amsterdams zorgblog