Ze kwam op de fiets, van de andere kant van het dorp en nodigde me uit voor haar feest. Zo mooi dat ze aan me denkt, niet appt maar helemaal hier naar toe komt gefietst. Of dat bosje bloemen van een vroegere vriendin, omdat ze aan me denkt. Hoe mooi is dat? Of zij die me uitnodigt om bij haar te komen eten. Of de andere, die belt omdat ze die avond een kopje koffie wil komen drinken. Of zij die in de dagen rondom Mon’s ziek-zijn en overlijden altijd in de buurt was. En nog steeds is. Ik voel me omarmd en rijk door al de fijne steun en belangstelling.
Natuurlijk mis ik Mon (dat wordt alleen maar meer voel ik) maar het begrip van de mensen om me heen is hartverwarmend. Zoals ook mijn wandelvrienden die me niet als een vijfde wiel zien, maar belangstellend onderweg willen weten hoe het met me gaat. Of ik zondag mee ga voor een mooie bloesemtocht bij Mesch? Daar hoef ik dus niet lang over na te denken.
Het is een prachtig zonnige lentedag vandaag. In Mesch lopen we langs mooi opgeknapte hoeves, we steken de Voer over en verlaten het dorp. Gelijk worden we getrakteerd op mooi uitzichten over de Belgische Voerstreek. Na de brede veldwegen gaat het verder over smalle graspaadjes, langs frisgroene weilanden die tegen de hellingen lijken geplakt. Dan weer afgewisseld met meters lange meidoornhagen over holle wegen. De vele keien op de holle wegen vragen behoorlijk wat aandacht. Opletten waar ik mijn voeten zet dus.
Regelmatig zijn er die prachtige uitzichten over de groene weilanden op de hellingen. De Voerstreek, het Maasdal met in de verte Maastricht en de Belgische krijtrotsen aan de overkant van de Maas. Maar vooral: bloesem, heel veel bloesem. Overal lacht die bloesem je tegemoet. Soms een enkele boom tussen frisgroene exemplaren, dan weer rijen appelbomen in prachtig zachte kleuren. Tussendoor uitgestrekte weilanden en bermen, geelgekleurd door tapijten van paardebloemen.
In het Hoogbos bloeien witte bosanemonen en paarse maagdenpalm. Langs prachtig witte dekens van daslook klimmen we omhoog naar opnieuw een mooi uitzicht over het Voerdal. We lopen door prachtige weilanden en over kronkelende bospaden, het trappenpad is een kleine uitdaging, maar het lukt.
Via klaphekjes en stegelkes komen we bij de 9 meter hoge uitkijktoren op de Mescherheide. Naar boven blijkt een wankele klim. Boven schudt de toren in de wind behoorlijk heen en weer. Maar het uitzicht over de Maasvallei, de Voerstreek en het heuvelland is indrukwekkend. We tellen maar liefst 10 kerktorens.
Onderweg gaan de gesprekken over de kinderen en kleinkinderen, de grote werelddingen, de nieuwtjes van het dorp, maar ook gezellig over ieders dagelijkse dingen. Ondertussen genieten we van alle bloesemkleuren en lentegeuren hier in de omgeving. We delen wat we zien. De ene gidst ons door de omgeving, de ander vertelt over het insectenhotel waar we langs komen of over die ene stoere boom langs de kant. Ik vertel over Mon en ze vragen naar mijn alleen-verder. Hoe doe je dat? Ze willen kunnen begrijpen. Hoe mooi is dat?
Langs het Mescher plukbos lopen we terug naar het startpunt van vandaag. En ik besef: al die belangstelling helpt me enorm. Het helpt me om hulp te vragen. De drempel om mensen te willen ontmoeten wordt er lager door. Ook in zelf interesse hebben voor de ander. Het helpt me nieuwsgierig te blijven en te leren. Het helpt me om mijn nieuwe leven te leven. Fijne mensen om me heen, ik voel me een gezegend mens.