Mijn schoonmoeder kon heel veel bewaren. Alles wat nog enigszins bruikbaar was bleef behouden. We deden er meestal wat lacherig over. Zelf kocht ik regelmatig iets nieuws, iets leuks en deed vaker iets veranderen in huis of zo. Kopen is leuk, het geeft een (kort) fijn gevoel, maar op den duur heb je veel spullen, heel veel spullen. Dit is precies waar Filosofie van de eenvoud over gaat. We hebben te veel spullen, we kopen (en willen) te veel en we denken dat we daar gelukkiger van worden. Ik weet inmiddels beter. Dit boek hielp me daarbij. Marius de Geus overtuigt namelijk in zijn boek van het tegendeel. Hij overtuigt de lezers van zijn boek dat juist vereenvoudiging en matiging ons bestaan verrijkt. Het leidt tot ruimte voor andere betekenisvolle zaken zoals zelfontplooiing, sociale bezigheden, sport, spel en natuur- en klimaatvriendelijke activiteiten. Eenvoud en matiging is daarmee niet alleen een individuele verrijking, maar zeker ook een mondiale voor mens, maatschappij, natuurlijke leefomgeving en het klimaat. Ik vind het een bijzonder boek vol wijsheid. Marjan Minnesma (directeur Urgenda) zegt terecht over dit boek: “Marius de Geus zwengelt een debat aan, een debat dat hoognodig gevoerd moet worden: dat over vrijwillige vereenvoudiging niet leidt tot een verschraling maar juist tot een verrijking.” Ik ben het daar roerend mee eens.