Vandaag precies 47 jaar geleden kreeg ik van hem de eerste zoen. Na weken met heel veel vlinders in mijn buik was daar eindelijk onze allereerste zoen.
Ontelbaar veel zoenen volgden sindsdien bedenk ik als ik op het veerpont tussen Berg aan de Maas en het Belgische Meeswijk stap. ‘Haol Euver’, voor de kenners een gierpont, vaart hier zo lang als ik me kan herinneren heen en weer tussen de beide Limburgen.
Vandaag koos ik een wandeling door de Maasvallei, een lus door België, de andere lus langs het Nederlandse Nattenhoven en Obbicht. Het is een mooie dag, de zon schittert deze februaridag prachtig mooi in het water van de Maas.
Aan de Belgische kant tref ik al gelijk een prachtig stuk langs de Maas. Over keien en grind die de Maas hier steeds opnieuw achterlaat. Tot aan het kleine Kraaienbos, dan over een brede veldweg naar het rustige, rustieke dorpje Leut. Langs de kerktoren en de typische Belgische huizen loop ik over kasseienwegen en steek na een tijdje de brug over de droge kasteelgracht bij Kasteel Vilain XIIII over. Een waterburcht uit de 15e eeuw. Ondanks de vervallen staat en de verpaupering is het een imposant gebouw. Ik ga weer terug richting Maas over een prachtig met beuken overkoepeld pad. Ik stel me een zomerse groene takkenboog voor. Dat zal vast betoverend zijn.
De uitzichten over de uitgestrekte akkers in dit deel van de Maasvallei zijn prachtig. Ik voel de lente in de lucht, in de bermen bloeien de eerste lenteklokjes. Ik loop langs een bosrand en bedenk dat ik hier vorig jaar ook liep. Ik kwam toen van de andere kant, maar herken het. Mon was er toen nog. Hoe vreemd is nu wel weten dat hij toen nog maar een paar maanden leefde. Goed dat ik dat toen niet wist.
Terug op het veerpont heb ik een leuk gesprek met een dorpsgenote, die op de fiets stapte voor een bezoekje aan de weekmarkt in Maaseik. Aan de Nederlandse kant zie ik al gelijk de Koninkspaarden en Galloway runderen rustig grazend in de brede winterbedding van de Maas.
De datum 22 februari zingt door mijn hoofd terwijl ik bij Nattenhoven langs de Kingbeek ga richting Obbicht. 47 jaar x 365 dagen x tig zoenen, inderdaad ontelbaar.
Iemand kreeg een nieuwe badkamer zie ik in het talud langs het Julianakanaal. Even stoppen, melding doen in de gemeente-app, dan kan ik weer verder. Bij Obbicht loop ik een mooi pad langs het bos en de grachten van het imposante kasteel aan de rand van het dorp.
Ik loop terug naar Nattenhoven door het enorm uitgestrekte winterbed en ga over keien, door allerlei grassen en langs struikjes via grote zandvlaktes vlak langs de kudde grote grazers. Ze lijken het gewoon te vinden, een enkeling kijkt verbaast, anderen eten onverstoorbaar door.
Het is enorm uitgestrekt hier, allerlei vogels genieten van de ruimte die Maas hier krijgt. Mon had het zeker een mooi stuk Limburg gevonden. Lang voordat de rolstoel bij ons in huis kwam hebben we vaker langs de Maas en Julianakanaal gewandeld en gebivakkeerd. Wandelend of fietsend langs de gehuchten van ons dorp of zoenend op een dekentje bij het Julianakanaal of aan de Maas. Inderdaad, ontelbaar veel zoenen in al die jaren.
Door het laatste klaphekje kom ik gelijk bij het eindpunt van mijn wandeling en besef: Op 9 augustus 2022 was daar mijn laatste zoen voor hem. Ik koester sinds toen al die ontelbare zoete herinneringen.