‘Waar zou je heen gaan als je voor een dag kon vliegen als een vogel?’ Deze mooie vraag stelt het theezakje mij vanmorgen. Gelijk gaan er allerlei mooie plekken op de wereld door mijn hoofd. Als ik niet uitkijk worden dat er oneindig veel en kan ik niet kiezen.
Met een glimlach op mijn gezicht over die vraag loop ik op deze eerste dag van de lente over het plateau van Schimmert. Het wordt voorjaar, ik voel de warmte van de zon op mijn gezicht en geniet van het frisse groen overal om me heen. Van uitgestrekte glooiende akkers en prachtige holle wegen waar dassen op veel plekken gigantische ‘opgravingen’ doen.
Ik betrapt me opnieuw op een glimlach bij de kleine, fijne gesprekjes met hondenwandelaars die ik tegenkom vanmorgen. Voor paardrijders ga ik aan de kant, ze bedanken – “Er komen er nog vier mevrouw” – en vrolijk groetend gaan ze stapvoets langs. In het Geleenbeek-dal bij Wijnandsrade slinger ik nog langs enkele modderpaadjes maar de oplopende buitentemperatuur doet de paden steeds beter drogen. Overal wordt het frisgroen, in het bos bij het kasteel zijn de bodems al flink bezaaid met bloeiende bosanemonen. Het is een mooi gezicht.
Komoot leidt me vandaag ook langs gehuchten als Helle, Vink en Aalbeek. Monumentale boerderijen daar zijn mooie plaatjes in het landschap. Twee kippen scharrelen vrolijk aan de overkant van hun thuis in een stukje groen.
De bermen kleuren afwisselend in wit, geel, paars en frisgroen. Ik hoor de vogels vrolijk fluiten, hoog in de bomen langs de holle wegen. Ik denk weer aan het theezakje als ik de vele vogels boven mijn hoofd zie vliegen. Waar gaan die heen? Hoever gaan zij vandaag? Het landschap lijkt oneindig, in de verte zie ik de contouren van Heerlen, de Skibaan in Landgraaf en de twee mijnsteenbergen over de Duitse grens. Ook de markante watertoren van Schimmert zie ik regelmatig boven alles uitsteken. Vliegen ze daar in vogelvlucht naar toe?
Sommige stukken van mijn route herken ik, kwam hier eerder langs of van de andere kant van de Geleenbeek. Ik geniet van het glooiend landschap op het plateau. Soms pittig omhoog, dan weer valschj plat naar beneden en soms manoeuvrerend voorbij diepe tractor-sporen over de brede veldwegen. Limburg is prachtig, ik besef dat vandaag opnieuw.
De pas geploegde velden zijn feestjes voor allerlei vogels. Ze pikken ongestoord in de löss en voelen zich er zichtbaar thuis. Dan weet ik het antwoord op de theezakjes-vraag.
Ik voel me op mijn gemak in deze streek, ik zou vliegen over de vertrouwde Limburgse heuvels en afdalen naar mijn eigen geploegde veld: mijn thuis waar sinds het overlijden van Mon het een en ander veranderde.
De tuin onderging een metamorfose en werd milieuvriendelijker, groener en gerieflijk tegelijk. De basis die Mon en ik 25 jaar geleden voor deze tuin bedachten bleef, in veel hoekjes zie ik zijn ideeën nog.
In huis werd destijds direct na het overlijden van Mon het hoog-laag-bed weggehaald, de lege plek voor het raam bleef lange tijd. Nu staat er een nieuwe bank en het beeld van de lege plek vervaagt door die bank. Voor mij is dit een grote stap vooruit in mijn rouwproces. Ik besef opnieuw: ik zet meerdere stappen in dit nieuwe leven, de herinneringen aan Mon neem ik mee. In de tuin, in huis en in mijn hart.