Een paar weken geleden, tijdens een van mijn zorgvoormijzelfavondje, had ik een leuke ontmoeting met een aardige vrouw. We raakten met elkaar in gesprek en zij deelde de belangrijke dingen uit haar leven met me: leuke man en 2 prachtige kindjes, succesvolle carrière, druk leven met paarden en verre reizen. Ik vertelde over mijn levensloop, uiteraard ook over het ongeval van Mon en hoe dat ons leven veranderde. ‘Goh, heet dat niet mantelzorg?’, vroeg ze. Ik ging er beleefd op in: ‘Ja, zulke zorg voor een naaste noemen we in Nederland mantelzorg.’ Waarop zij reageerde: ‘Is dat dan niet lastig? Ik bedoel dat je een deel van je leven moet inleveren?’
Het is zeker niet de eerste keer dat ik die vraag krijg. Hoe zal ik dit keer reageren? Haar gelijk geven is misschien het gemakkelijkste. 😉 Of ga ik uitgebreid uitleggen hoe ik het echt ervaar, dat ik het niet als een verplichting zie, dat ik het misschien wel uit liefde doe, maar ook weer niet helemaal. Dat het gewoon bij het leven hoort en het ook weer niet normaal is. Dat de eerste jaren na het ongeval van Mon heel heftig waren en dat ik vooral het verlies van ons sociaal-leven-samen als een groot rouwproces beleefde. Maar wat als ik zeg dat het leven na het ongeval mij ook de nodige levenswijsheden gaf en nog steeds geeft? Dat het mij ook andere kansen en mogelijkheden bracht. Of dat Mon en ik nu een heel ander leven hebben en dat dat gewoon prima is. Maar of ze dat gelooft?
Ik begrijp haar vraag ook wel. Schijnbaar is dit het beeld dat de samenleving heeft: mantelzorg is vooral belastend en vrijheidsbeperkend. Jammer, want dat creëert meer verzet tegen mantelzorg dan nodig (of gewenst). Natuurlijk stond ons leven op z’n kop na het ongeval van Mon. Ik zag het destijds allemaal als een enorme inbreuk op mijn ‘normale’ leven, maar inmiddels ervaar ik dat niet meer zo.
Ik herinner me het lijstje dat ik maakte met alles waar ik boos, teleurgesteld of verdrietig over was en hoe ik dat indeelde in: beïnvloeden, negeren of accepteren. Wat kan ik veranderen, kan ik er anders tegen aankijken, wat schuif ik aan de kant en wat blijft zoals het is, met andere woorden: wat accepteer ik. Ik besef steeds meer dat dit laatste – het daadwerkelijke accepteren – voor mij het echte omslagpunt was. Door te accepteren voelde ik me minder slachtoffer van de situatie.
Ik leerde dat wat niet meer kon los te laten en ging met Mon samen op zoek naar wat wel kon. Inmiddels genieten we van andere gezellige samen-dingen. Mijn dagen kregen een andere invulling, mijn week is anders ingedeeld nu en de veranderingen maakten me creatief en vindingrijk. Ik ontdekte dat ik krachtiger kan zijn dan ik ooit had verwacht. Ik weet veel beter nu met welke hulp ik me echt geholpen voel. Mijn zelfvertrouwen nam toe en ik weet mijzelf steeds beter te waarderen.
Mon en ik creëren nu ruimte voor andere dingen in ons leven en dingen anders doen. Steeds meer ook. Dat brengt rust en voelt goed. Tegelijkertijd ben ik ook nadrukkelijk gaan zien hoe belangrijk het is om goed voor mijzelf te zorgen. Mijn wekelijkse #zorgvoormijzelfavondjes zijn inmiddels ‘wereldberoemd.’ 😉 Ik maak inmiddels andere lijstjes. Lijstjes met vooral dingen doen vanuit mijn hart en die me energie geven. Dingen doen die ik belangrijk voor mijzelf vind. Mijzelf blijven zien.
Mijn uiteindelijke reactie aan haar? Ik vertelde haar dat het geen inleveren is geweest, maar dat mijn zelfvertrouwen en mijn gevoel voor eigenwaarde zijn gegroeid. Nee, het voelde ook niet als opofferen, integendeel: ik voeg dagelijks veel wijsheden en mooiere waarden aan mijn leven toe.
‘Het is niet wat je overkomt dat je leven vormt, maar hoe je er mee omgaat’ Mark Verhees
3 maart 2015