De diagnose stellen
“Het is de taak van de wijkverpleegkundige om een dreigende overbelasting bij mantelzorgers tijdig te signaleren. Hiervoor kunnen we o.a. vragenlijst A inzetten. Bij afname van de probleem-anamnese wordt (dreigende) overbelasting ook zichtbaar en kunnen verpleegkundige diagnosen m.b.v. methode B worden gesteld. Methode C ook een erkende diagnose, waarbij de xx-structuur leidend is. Alle methoden worden in deze training behandeld. De uitkomsten van de verschillende werkwijzen worden plenair nabesproken…..” Huh?…. Met stijgende verbazing lees ik het studiemateriaal van een lesdag voor wijkverpleegkundigen. Het is 2016 en mantelzorg wordt gediagnosticeerd. Alsof mantelzorg een ziekte of een aandoening is. ….Lieve help! Dat kan toch nooit de bedoeling zijn.
De juiste diagnose
Ik kan het niet laten en google naar de genoemde materie. Ik vind o.a. een 10-vragen-lijst waarmee de overbelasting van mantelzorgers eenvoudig en snel bepaald kan worden. Ik lees vragen als ‘Of mijn nachtrust regelmatig verstoord is’ en ‘Of mijn leven veranderde is door de ziekte van mijn naaste’. Ik vul de lijst in, zo eerlijk mogelijk. Ik moet 8 van de 10 vragen met ja beantwoorden en dus is de conclusie (van de makers van de lijst) dat ik overbelast ben. ‘Of mijn nachtrust ontregelt is? Ja, dat is bij mij zo. Of ik daar last van heb en of ik na een nachtelijke onderbreking weer goed in slaap kan vallen, die vragen staan er niet bij. Ook de vraag ‘Hoe ik de zorg voor mijn man ervaar of beleef’ of ‘Wat vind je als mantelzorger belangrijk’, staan er niet tussen. Terwijl deze vragen juist essentieel zijn, wil je iets kunnen vinden van (dreigende) overbelasting. Vraag me hoe ik de zorg voor mijn man ervaar of beleef. Dan hoor je bijvoorbeeld dat ik er ook (over mijzelf) van leer.
Als een probleem zien
Het verontrust me wanneer mantelzorg als een aandoening of mankement wordt benaderd en dus als een probleem gezien wordt. Ik snap dat wel van onze zorgsector; in de zorg is het gebruikelijk om euvels, mankementen en tekortkomingen als een probleem te benaderen. Die problemen willen ze graag oplossen. Het is immers hun kerntaak. Door mantelzorg als een probleem te benaderen, wek je de indruk dat het op te lossen is. Maar we moeten mantelzorg niet oplossen. Mantelzorg wordt in onze samenleving steeds belangrijker, steeds meer mensen krijgen met mantelzorg te maken. Dan is het vooral belangrijk hoe we die zorg voor een naaste een goede plek kunnen geven in de samenleving en in individuele levens. Vaak in levens waarin al veel ballen in de lucht worden gehouden, hoe zorgen we – ook individueel – ervoor dat die mantelzorgbal daar tussen past. Dat de samenleving meer oog moet krijgen voor mantelzorg en mantelzorgers is voor mij daarbij sowieso essentieel. Volgens mij moeten debatten en discussies daar over gaan. Mantelzorg is geen probleem, mantelzorg is een fenomeen.
Praktisch
De docente en ik besluiten het bestaande lesmateriaal aan de kant te schuiven en te kiezen voor een lesopzet waarin we vooral willen luisteren naar de eigen praktijkervaringen van de wijkverpleegkundigen. Ik ontmoet die dag een groep leergierige, enthousiaste professionals. Gepassioneerde mensen die met hart en ziel in de wijk staan. Dat de les is omgegooid, daar zijn ze alleen maar blij mee. Die methodieken en lijsten, ze zien het (gelukkig!) vooral praktisch: “Ik gebruik zo’n lijstje of test hooguit als een soort achtergrondinformatie over waar ik het over kan hebben, maar ik gebruik ze niet echt. Ik ga liever in gesprek, dan luister ik beter en zie ik meer.”
Een andere wijkverpleegkundige deelt openhartig wat ze tegenkomt: “Het is niet eenvoudig wanneer de 75-jarige vrouw van een dementerende cliënt zegt dat het prima maar haar gaat, terwijl ik een zeer vermoeide vrouw voor me zie. Die zou sowieso zo’n vragenlijst alleen maar met goed, goed, goed invullen.” We concluderen die ochtend dat een training in gesprekstechnieken waarschijnlijk handiger is dan al die invullijsten.
Geboren helpers
Ik bemerk opnieuw die ochtend hoe graag zorgprofessionals een ander willen helpen. Het is hun vak, maar ook hun valkuil. Want praktisch ingesteld gaan ze vaak vrij snel op zoek naar oplossingen. Dan komt een voorbeeld voorbij van hulp aan een mantelzorger omdat de wijkverpleegkundige liever zelf van het kastje naar de muur loopt dan dat ze het deze mevrouw aandoet. Ook dat snap ik wel van onze zorgsector: het zijn geboren helpers. En terwijl deze wijkverpleegkundige haar praktijkvoorbeeld verder toelicht, realiseert ze zich: “Mijn praktische hulp en zo snel als mogelijk helpen, het staat de zelfredzaamheid en de eigen vindingrijkheid van cliënten en mantelzorgers ook regelmatig in de weg!”
Dat kan ik alleen maar beamen. Zelf voel ik me het meest geholpen door mensen die soms luisteren, soms bijspringen en mij en mijn man regelmatig gewoon laten. Want zo helpt je me het beste: het maakt weerbaarder, creatiever en sterker. Achteraf gezien ben ik het meest geholpen door een groter zelfvertrouwen en de mensen die me daarbij hielpen. Die mantelzorgbal kreeg zo z’n plek bij alle andere ballen in de lucht.
31 maart 2016
Reacties 4
Mooie blog en goede actie. Zelf ben ik mantelzorgster voor ouders. Dan ben je voor de professionals soms nog minder zichtbaar. Ook ik kreeg wel vragen gesteld waar ik door mijn antwoorden waarschijnlijk niet zorgwekkend was. Gelukkig waren de verpleegkundigen van buurtzorg en die van het verpleeghuis waar mijn vader nu woont, wel in stat het te zien. Het is wat je zegt: alleen al het begrip en het zien helpt al zoveel!
Die 10 vragen zijn vast bedacht door een paar mannen met een hoge opleiding, die vanachter hun bureau denken het te weten. Ze hadden eerts met ervaringsdeskundigen moeten gaan praten.
Wat een goed verhaal. Het raakt me en het raakt de kern: op zoek naar hulpmiddelen vergeet je gauw waar het echt om gaat, namelijk luisteren naar degenen die het betreft.
Wat me hiervan zal bijblijven is in elk geval: mantelzorg niet als een probleem te zien maar als een fenomeen. Dus het niet willen oplossen, maar luisteren naar wat de echte behoefte is en daarmee de betrokkene serieus nemen. Een mooi voorbeeld van hoe de visie op zelfredzaamheid kan worden toegepast.
Ik ben inmiddels 30 jaar mantelzorger. Daarnaast indiceer ik sinds 2015 zorg binnen de ZVW. Doordat ik zelf al zo lang mantelzorger ben, heb ik extra oog voor mantelzorgers gedurende het indicatieproces. Ik ben het helemaal met Marjo Brouns eens dat mantelzorger zijn absoluut geen ziekte is! Aan de andere kant vind ik het juist heel goed dat ik de mogelijkheid heb om mantelzorgers te ontlasten, waardoor zij de zorg vol kunnen houden. De diagnose risico op overbelasting mantelzorger hebben al menig maal gesteld. Het komt meer dan eens voor dat het met de zorgvrager prima gaat, maar met de mantelzorger echt heel slecht. Kortom….mantelzorg is geen ziekte, maar prachtig…het mag alleen niet ziekmakend worden!