Onze samen-redzaamheid

Leven in balans, Mantelzorg Geef een reactie

Sinds eind september slapen we weer in ons eigen bed op de bovenverdieping van ons huis. Meer dan een jaar sliepen we beneden in het appartement, in het bed van mijn schoonouders. In mijn blog ‘Boven slapen’ lees je meer hierover.

Het traplopen is nog steeds een hele klus voor Mon. Zijn fysiotherapeut heeft me geleerd hoe ik kan helpen: hem niet vasthouden of plotseling vastpakken, want dan kan hij schrikken (en vallen). Gewoon bij hem blijven en op hem letten, met mijn handen links en rechts de trapleuningen omklemmen en hem zo geborgenheid bieden. De laatste dagen is het vooral ‘s morgens lastig voor Mon om, gelijk vanuit zijn bed, de trap af te moeten. Alsof hij dan even op gang moet komen. We hebben dit opgelost door eerst in mijn werkkamer naast onze slaapkamer uit te rusten en stabiliteit te ‘verzamelen’. Ik haal dan koffie voor ons beiden en dan is het best gezellig samen: Mon aan het nieuws op de PC en ik aan mijn laptop voor wat social-media, een blog of wat administratie.

Zo ook vorige week woensdag toen de voordeurbel ging. Ireen van de thuiszorg was er. ‘Hij is nog boven,’ zeg ik als ik opendoe. ‘Ligt hij nog in bed?’, vraagt ze. ‘Nee, hij zit boven aan de computer, loop maar even mee.’ En vrolijk kwebbelend halen we Mon vanachter zijn PC vandaan. Gedrieën gingen we naar beneden: zij eerst en ze keek hoe ik het ‘vangnet’ voor Mon ben. Mon concentreerde zich op het boven-aan-de-trap-omdraaien en het achterwaarts-naar-beneden-lopen. Hij deed het alleen en het ging helemaal prima. Dan zegt Ireen: ‘Je weet toch dat je niet moet proberen hem op te vangen, maar naar voren moet duwen als hij valt?’ Ik kijk haar verbaasd aan, maar natuurlijk, ze heeft helemaal gelijk, ik houd hem ook niet als hij valt. Ik had daar tot nu toe totaal niet aan gedacht; dat ik de andere kant op kan duwen. Dus beter letterlijk zijn neus stoten dan allebei van de trap kukelen? ‘Ja,’ zegt Mon, ‘dat leerde de fysiotherapeut mij ook; ik moet me voorover laten vallen op de trap.’

Veel dingen die ik in de zorg voor Mon doe, doe ik vanuit een logisch-nadenken. Over het algemeen kom ik een heel eind met dat ‘boerenverstand’. We proberen veel zelf, doen op deze manier veel ontdekkingen en leren vooral door te doen. Maar die aanvullingen door ‘onze’ professionals zijn geweldig. Wanneer zij datgene wat we doen echt zien en waarnemen, dat vervolgens erkennen en respecteren, dan vullen ze alleen nog aan met dat wat ontbreekt. Dat voel je je letterlijk ‘aangevuld’, ze nemen de zorg niet over en ik voel me ook niet gecorrigeerd of het – andere uiterste – aan mijn lot overgelaten.

De tip van Ireen maakte iets los bij me. Later die dag besefte ik waarom dat deze hulp goed werkt en waarom ik die gemakkelijk accepteer:  ‘Onze’ professionals stappen in onze leefwereld en duwen ons niet in hun zorgsysteem……. Daardoor voel ik me als mantelzorger en als partner van Mon begrepen en geholpen. Telkens als ik in een (zorg)systeem word ‘gezogen’ en van mij begrip voor dit systeem word gevraagd, dan ervaar ik geen begrip voor mij en voel ik weerstand.

Zoals steeds opnieuw het verzoek voor allerlei vragenlijsten invullen, waarvan ik de toegevoegde waarde niet zie of telkens opnieuw een medische keuring moeten doen voor bijvoorbeeld een gehandicaptenparkeerkaart, terwijl zijn gezondheidstoestand niet veranderd is, maar omdat dit deel van de procedure is. Of zoals die zorgverlener die voor het eerst bij ons was en gelijk begon over een leuning die volgens haar in de badkamer op de verkeerde muur zat. Ik zei het niet, ik gaf een ander beleefd antwoord, maar dacht ondertussen fl…kk.. op met je leuning. Ik begrijp het wel: ook dit is advies over zelf-doen en zelfredzaamheid. Waarschijnlijk had ze gelijk, maar ik voelde alleen maar bemoeizucht en betweterigheid.

Door het voorbeeld van de badkamerleuning zie ik nog iets anders: ‘Onze’ professionals stappen niet alleen in onze leefwereld, ze bouwen ook een relatie met ons op, een relatie van vertrouwen en respect. Dat is een andere belangrijke voorwaarde voor het accepteren van de voorstellen en adviezen die ze ons aanreiken.

Tijdens het In-voor-zorg-symposium Samenredzaamheid schetste ik, aan de hand van dit trap-voorbeeld, hoe we het redden samen. Met z’n tweeën. Met 3 echtparen uit ons sociale netwerk en samen met ‘onze’ professionals. Ja, we redden het samen, wanneer mensen aansluiten bij onze leefwereld, niet andersom en wij een relatie met hen opgebouwd hebben.

Het is zoals Liesbeth Hoogendijk, directeur van Mezzo, eerder deze week in de media zei: “Mantelzorg hoort bij het leven. Het verdient gezien, versterkt en ondersteund te worden.” Daar ben ik het volledig mee eens, voor mij mag/moet dat ook in deze volgorde.

9 november 2014

 

< VorigeVolgende >

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *