Nog niet eerder duurde het langer dan 24 uur voor het schrijven van mijn wandelvertelling. Ik weet niet hoezo, het voelt in elk geval niet goed. Nog sterker: ik herken de onrust en de verwardheid niet bij mezelf. Het ligt niet aan de mooie wandelomgeving deze zondagochtend. Ik liep samen met een vriendin door het Tudderner Fern, een prachtig bos in het beekdal van de Roode beek, vlak over de Duitse grens bij Sittard. Het ligt zeker ook niet aan het mooie gezelschap, een fijne vriendin die ik jaren geleden via mijn werk leerde kennen. We deelden destijds bij een voormalige werkgever een werkkamer, hadden een klik en gingen in 2007 uit elkaar maar het contact en de klik bleef. Zij deed heel andere dingen in haar leven dan de ervaring die op mijn pad kwam. Toch herkennen we veel in elkaars levensloop en de groei die we allebei doormaakten (en maken). Het zijn ook vandaag net als bij elke ontmoeting met haar weer mooie, warme gesprekken. Genietend van de herfstkleuren en de geurende dennenbomen in dit mooie vengebied delen we de dingen die ons bezig houden. Ik vertel haar over hoe anders het is nu, wat ik onderneem en over het gemis. De herfst krijgt ook hier steeds meer grip, de loofbomen kleuren en verliezen hun bladeren, de hoge naaldbomen zijn nog groen. De paden zijn dikke bladerdekens, soms wat modderig ook, hier en daar zanderig vol bezaaid met dennenappels en kastanjes. We lopen verder over brede bospaden en kronkelende tussendoorpaadjes, ontzettend veel tussendoorpaadjes. We verliezen ons richtingsgevoel maar Komoot wijst ons prima de weg. Langs de bosranden stappen we met gemak over bredere veldwegen en genieten onderwijl van het enorme uitzicht over de Duitse akkers. Dan gaat het weer terug door het bos richting Susterseel waar de koffie en broodje heerlijk smaakt. ‘Hoe kom je tot je wandelverhaal?’ vraagt ze dan. Dat wisselt, soms onderweg, soms gonst er al vooraf iets door mijn hoofd of komt het later. Maar nu….weet ik het even niet. Het voelt onbehaaglijk, dat had ik niet eerder. Is het groei die ik meemaak nu? ‘Je vlecht dierbare herinneringen aan Mon in in je nieuwe leven, tegelijkertijd maakt je nieuwe herinneringen met hem, voor hem.’ Die woorden van haar blijven door mijn hoofd draaien. Waarom is dan die verwardheid er? Hoezo voel ik me zo onrustig? Komt het door het klussen van de afgelopen dagen? Hier in huis deed ik (met een paar handige mannen) enkele noodzakelijke klussen. Alles lukte, maar het was enorm voelbaar dat ik hem niet meer even kon vragen hoe het afvoerkanaal van de CV precies loopt, waar de elektrische leiding onder het gazon door gaat, waar de slijpmachine lag, wat überhaupt een slijpmachine is. Voelbaar, confronterend….dat ik hem niet meer om raad kan vragen…..ook dat ik hem het eindresultaat niet meer kan tonen.…daar zit die onrust en verwardheid….en pijn…..ik mis hem gewoon ontzettend.