‘Komt ze straks mee naar hier?’, vraagt Mon bij de boterham. ‘Nee, dat lukt waarschijnlijk niet. Wil je dat?’ Nee, het hoeft niet. Mon heeft een drukke dag vandaag. Een nieuwe thuiszorgmevrouw komt en dat kost hem altijd extra inspanning. Het gaat steeds goed, het is een mooie combinatie van vakmensen met passie en Mon die duidelijk kan en wil aangeven hoe en wat wanneer moet. Nee, mijn vriendin komt vandaag niet hierheen. Ik haal haar op bij haar zus waar ze logeert. Maandag gaat ze terug naar huis, aan de andere kant van de oceaan. Daar woont ze al ruim 30 jaar. We ontmoeten elkaar telkens als ze vanuit de VS naar Nederland vliegt voor familiebezoek. (De afgelopen twee corona-jaren was Facetimen ook heel gezellig). ‘Ik voel me heel speciaal’, zegt ze zodra ze bij me in de auto zit. Hoezo dan? ‘Nou, omdat je prachtige wandelvertellingen schrijft en ik vandaag met jou mee mag in je verhaal.’ Mijn verhalen gaan dus de wereld over…. Ik zat op de kleuterschool toen er op een dag opeens twee kleine Indonesische meisjes aan een handje bij de kleuterjuf voor de klas stonden. Zij was het, samen met haar zusje. Ze kwam niet alleen in mijn klas, ze kwam zelfs bij mij in de buurt wonen. Sindsdien zijn we bevriend. We hebben elkaar als altijd ook vandaag veel te vertellen. Dat doen we al wandelend in de Schinveldse bossen, een prachtige uitgestrekte natuurgebied waar paarse heide, groene bossen en volle akkers elkaar afwisselen. Het wordt een schaduwrijke wandeling over kronkelende bospaadjes en goede fietspaden. Over wildroosters en door klaphekjes. Langs kuddes Schotse Hooglanders en voorbij mooie waterplassen. We zien en horen direct al de Schotse Hooglanders die hier al jaren wonen. Twee van die flinke kanjers staan op ons pad en onder flink geloei drukdoende met hun horens, hun staart en de droge ondergrond. Beter dat we omlopen dus. Ondertussen delen we de dingen uit ons leven en wat ons bezig houdt. We vertellen over onze families, wisselen de bijzonderheden in de wereldpolitiek uit en wat we in het andere werelddeel merken van alle klimaatveranderingen. Onze werelden verschillen, toch lijken we op elkaar, toch begrijpen we elkaar. Ik vind dat heel speciaal. Wanneer we langs de waterplassen lopen ervaar ik die stuk voor stuk als een oase van rust. Mooie plaatjes, die ik wil vastleggen. Toch nog een beetje dichterbij het water, goed opletten hoe ik de foto neem….en dan…..de dieren liepen hier eerder, hun bruine merkteken zit nu onder mijn linkerschoen. Gelukkig regent het een beetje, is het gras nat en is mijn schoen weer snel schoon. Een klein stukje over de grens met Duitsland en dan langs het zweefvliegveld weer terug het bos in. Dan langs Nonke Buusjke, een mooi museumdorp, waar je terug in de tijd gaat. Typische Limburgse vakwerkhuizen uit de 19e eeuw waar authentieke ambachten en een heus dorpswinkeltje uit grootmoederstijd te zien zijn. In het bakhuis worden nog regelmatig vlaaien en broden gebakken. Bijzonder hoe dit alles bewaart en tentoongesteld wordt. Het gaat harder regenen, dat deert ons niet. We besteden onze aandacht aan de omgeving maar nog meer aan elkaar. We komen tijd, ogen en woorden tekort, zo voelt het. Als ik haar later bij haar zus weer afzet zegt ze: ‘Met kerst kom ik weer. Zoek je voor dan net zo’n mooie route?’ Ze voelde zich speciaal vandaag, maar ik voel me pas een gezegend mens met zulke mooie, dierbare vriendschappen. Met de groeten voor Mon rij ik naar huis. Daar is iemand behoorlijk moe, maar de Amerikaanse groetjes doen wonderen.