‘Je doet het geweldig Marjo!’ Ik hoor het regelmatig en natuurlijk is het fijn wanneer mensen dat zeggen, maar of het zo voelt….? Ik bedoel: Wanneer is het geweldig? Wanneer rouw je geweldig… en bestaat ongeweldig missen daarmee dan ook? Ik doe gewoon wat goed voelt – denk ik.
Zoals een vriendin zei: ‘Alles is goed, niets is fout.’ Tegelijkertijd zie ik andere mensen om me heen anders rouwen. Soms intens verdrietig, met een hartverscheurend gemis of hulpeloos niet weten hoe verder zonder de ander. Zulk verdriet kan me enorm raken en doet me nadrukkelijk beseffen dat elk rouwproces anders gaat, dat ieder mens anders is en elke situatie verschilt.
Ik praat erover met een goede vriendin. Ik loop samen met haar vandaag in de omgeving van Vlodrop. Over de verwondering dat het altijd anders is, dat ik voel wat ik voel, maar niet altijd ervaar wat bij anderen zo nadrukkelijk aan de oppervlakte kan zijn.
Het is behoorlijk fris, maar goed ingepakt met toch nog de winterjas, handschoenen en een sjaal werd het – als altijd met haar – dus weer een mooie-gesprekken-dag.
Aan de rand van het Meinweg-gebied gaan we eerst over wildroosters en pikken dan gelijk een mooi stuk van dit Nationaal Park mee. Over moddervrije bospaden en brede veldwegen lopen we langs bosranden naar de Gitstappermolen.
Voorbij het waterrad van de molen steken we via een brug over de Rothenbach de landgrens over. Al pratend over Mon, het gemis en hoe ik het doe, genieten we tegelijkertijd van alles om ons heen. Het is een prachtig gebied hier. De uitgestrekte Effelder Waldsee maakt indruk op ons. Midden in het bos is hier door grindwinning dit enorme meer ontstaan. Er broeden ijsvogels, grauwe ganzen en aalscholvers lees ik op het internet. Verderop is het uitzicht over uitgestrekte akkers met meterslange aspergeheuveltjes prachtig. De kerktoren van de Sint Martinuskerk van Vlodrop is een mooi herkenningspunt in de verte.
Op mijn: ‘Het gaat best goed met me, ik mis hem, maar ben niet vooral en altijd verdrietig’, zegt zij: ‘Logisch want jouw glas is altijd half vol.’ Is dat zo? Zit het daarin?
We gaan verder richting het dorpje Effeld, steken de Schaagbach en de Baaler Bach over en lopen over graspaden en opnieuw wildroosters. Zigzaggend over haakse bospaadjes genieten we van bosrijke omgeving hier.
Erover praten helpt me om inzicht te krijgen en de logica te zien. En ik realiseer me dat ik al een deel van het rouwproces doorliep tijdens de 14 jaren zorgen voor Mon. In stukjes nam ik afscheid van samen dingen doen, leerde om alleen alles in en rondom huis te regelen, bouwde mijn eigen sociale kring met vrienden en vriendinnen, ontdekte wat ik wel kan wanneer je veel aan huis gebonden bent, besef hoe sterk ik kan zijn en leerde vooral mijzelf heel goed kennen.
Na een paar kilometer steken we weer de grens met Nederland over en na een laatste stukje Nationaal Park De Meinweg zijn we weer terug bij ons startpunt. Bij het broodje met soep besef ik: het was rouwen in stukjes. Ik heb het geluk gehad om te rouwen in kleine stukjes. Dan is er nu minder pijn of beter gezegd de gemis-pijn gedoseerd en hebben de goede herinneringen de hoofdrol.