De vroege ochtendwandelingen in de zomermaanden zijn een feestje. Ik geniet van het ochtendlicht en van vroege vogels die hun vrolijkste lied zingen. Het is verder heerlijk stil, ik kom vrijwel niemand tegen. In die stilte realiseer ik me steeds intenser hoe anders het was voordat Mon overleed. Aan huis gebonden door de regelmatig pittige 24/7 zorg lukte het mij niet om zo vroeg met mijn wandelschoenen aan op pad te gaan.
Natuurlijk mis ik hem, steeds meer lijkt het wel. Maar langzaam wen ik aan het lege huis. Ik wen aan mijn hoofd zonder de zorg en de zorgen. We hebben het goed gehad samen, we deden de jaren sinds zijn ongeval ook prima samen. Ik kijk er met een fijn gevoel en enorme dankbaarheid op terug. Nu is er een nieuw deel, een nieuw leven dat ik goed wil invullen. Hoe en met wat, ik zie het als een grote ontdekkingsreis.
Vandaag loop ik een stukje van die ontdekkingsreis in de buurt van Sibbe. Ik loop het dorp uit en bij een mooi versierd veldkruis neem ik de eerste veldweg. Het is een mooie route vandaag, langs glooiende korenvelden en kilometers aardappels die in bloei staan. Wat een mooi gezicht is dat. Voorbij de kasteelhoeve Sibberhuuske zie ik in de verte de kerk van Berg en Terblijt en rechts daarvan de steenberg van de voormalige steenkolenmijn bij het Belgische Genk.
Op deze vroege zondagochtend blijft de zon nog even weg, dat maakt het wat frisjes. Maar als ik stevig doorloop krijg ik het vast warmer. Het is een wandeling langs sierlijke veldkruizen, over brede veldwegen. De bospaden zijn moddervrij en goed begaanbaar. Behalve eentje dus. Smal, dalend, hoge brandnetels langs de kant en het pad zelf flink uitgesleten door water- en modderstromen. Het is een hele uitdaging, maar het lukt.
Voorbij de uit mergel opgebouwd Tienhovenmolen kom ik door de gehuchten Wolfshuis, Groot en Klein Welsden. Links van mij zie ik in de verte de markante witte toren van de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Voorbij de voormalige Julianagroeve steekt de kerk van Cadier en Keer boven de akkers uit en zie ik zelfs in de verte de Sint Pietersberg in Maastricht.
Verderop word ik opnieuw getrakteerd op mooie vergezichten over de korenvelden, de mais en de bieten. Die enorme uitgestrektheid overweldigt me, steeds weer. Het is als een metafoor voor de nieuwe ruimte in mijn hoofd en in mijn leven. Ruimte die ik vul met lieve vrienden en vriendinnen, met een goed boek of met alleen een dagje weg. Met de trein naar prachtige musea, korte gesprekjes onderweg of met een ijsje gewoon op een bankje midden in een grote stad. Ik geniet van dit alleen zijn en ontdek dat ik dat kan. Ik kan me met mijzelf vermaken, ook dat is deel van mijn ontdekkingsreis.
Bijna bij mijn auto kom ik voorbij een weiland waar allerlei plankjes met spreuken op de afrastering zijn geprikt. Ik lees ze allemaal, ik heb de tijd. Van de meest treffende citaten neem ik een foto. Deze komt het flinkste binnen: “Het mooiste uitzicht komt na de zwaarste klim”. In de auto droog ik mijn tranen.






Reacties 2
Lief!
Author
Dank je Paul, leuk dat je reageert op mijn verhaal