Vol kleur

Buiten, Liefde Geef een reactie

Het wordt steeds witter wanneer ik deze zondagmorgen naar het zuidelijkste deel van Limburg rijd. Het sneeuwt opnieuw en op de radio zingt iemand over een wereld waar alle kleur uit weg is. In dit liefdesverdriet-liedje past misschien de somberheid van het kleurloze, maar kleurloos en somber is de buitenwereld vandaag zeker niet.

Het is prachtig, magisch wit hier tussen de uitgestrekte weilanden tegen de Limburgse heuvels. Ik wandel deze zondagmorgen in de buurt van Sint Geertruid en Mheer. Langs gehuchtjes met mooie namen als Libeek, Herkenrade en Heerkuil. Zonder het te bemerken loop ik zelfs een stuk door de prachtige Voerstreek van onze buren. De anders zo groene heuvels en glooiingen zijn ook hier onverstoorbaar wit.

De sneeuw op de veldwegen en bospaden kraakt onder mijn voetzolen. Op het bospas langs de rand van het Hoogbos zit de modder verborgen onder dunne laagjes ijs met daarover een nog dunner laagje sneeuw. Voorzichtig manoeuvreer ik tussen de veronderstelde modderpoelen. Dat gaat aardig goed, want ik stap in de voetsporen van een voorganger.  Hij (de grote voetsporen lijken mannelijk) wist uitstekend de stevig-vast-gevroren plekken en betere bermen te vinden. Wat een geluk, zo’n voorganger. Ik zie dat zijn hond bij hem was en herinner me dan hoe Mon gewaarschuwd zou hebben: ‘Zou je wel gaan? Het is vast glad onderweg. Waarschijnlijk is er veel pratschj. Zijn je schoenen wel waterdicht….?’ Ik herinner me zijn stem nog….nog steeds…..en hoop dat dat zo blijft.

Ik besef dat ik nog vaak en veel aan hem denk. Wat hij zou zeggen of zou vinden. Waar hij grapjes over zou maken en waar zijn zorgen zaten. Maar ook hoe fijn het was samen, hoe goed we het samen gedaan hebben. De afgelopen 14 jaar met al die zorg, ons hele leven samen, de zorg voor zijn ouders enz.

Het komt allemaal langs terwijl ik hier in de frisse winterkou tussen de witte glooiingen van het landschap loop. Na een straatje met mooie vakhuizen loop ik in Mheer alsnog langs het prachtige kasteel. Dan volg ik een pad dat in haakse bochten tussen de ruilverkavelingen en de fruitbomen door gaat. De sneeuw ligt als een strakke deken bovenop de meidoornhagen.

Door het Kraaiebosje loop ik via een holle weg terug naar het dorp. Daar zie ik de eerste versieringen van de vastelaovend overal aan de huizen. De straat waar Prins Carnaval woont kleurt uitbundig rood-geel-groen. Op de trottoirs over de vastgevroren, spekgladde sneeuwhopen is het manoeuvreren. Het lijkt alsof ik een denkbeeldige polonaise doe. Stiekem word ik er blij van en denk aan de vele Carnavalsdagen die Mon en ik uitbundig vierden. Maar ook de zondagmiddagoptochten door onze straat. Hoe we vanaf toen ‘vierden’ met koffie en een stukje vlaai. Het stemt me vrolijk als ik aan dit alles denk.

Ik realiseer me weer opnieuw dat Mon en ik een mooie leven samen hadden. We hadden het goed samen, hebben die 14 jaar met zorg goed gedaan samen. Met een goed gevoel kijk ik terug. Met mijn lijf en mind weer opgeladen met frisse buitenlucht-energie haal ik thuis de doos met Carnavals-versieringen van zolder. Mijn wereld heeft kleur, altijd gehad en ook nu. 

< VorigeVolgende >

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *